Deze expositie gaat over  producten van de N.S.F. Over het meest geproduceerde apparaat is een speciale pagina te bekijken: de NSF radio pagina.

Seinsleutel gemaakt door de N.S.F.

Een nieuw soort verbindingsmiddel, de radiotelegrafie, in 1906 al beproefd door de Telegraaftroepen der Genie, werd in 1915 definitief ingevoerd. Vijf 'automobiel-radiostations' (met toestellen van de Nederlandsche Seintoestellen Fabriek, gemonteerd in Spijker bestelauto's), een aantal stations voor motorrijwielen en enkele draagbare toestellen werden aangemaakt. In 1916 werd de Afdeling Radiotelegrafie opgericht die aan het eind van de mobilisatie een sterkte had van 150 radiotelegrafisten.

Scheepsvonkzender voor Radio Holland. In de eerste jaren van de N.S.F. waren de vonkzenders nog oppermachtig en alleen zaligmakend. Maar ook in ander opzicht vertoonden die installaties een groot contrast met de tegenwoordige. Een royaal gebruik van hout!

5 KW vonkzender voor IJmuiden-Radio. Al begon het toepassen van buizen in zenders en ontvangers onmiddellijk na beëindiging van de eerste wereldoorlog , toch bleef men voor zenders van enig vermogen voorlopig nog veelal van het vonkprincipe gebruik maken, zoals in deze 5KW installatie voor het kuststation IJmuiden. (1922)

Vliegtuig vonkzender voor Soesterberg. Ook in compacte uitvoering, zoals voor gebruik in vliegtuigen wordt vereist, konden vonkzenders worden vervaardigd. De telegrafiezender type M8 werd gemaakt voor de Militaire Luchtvaartafdeling, die het toestel inbouwde in artilleriewaarnemingsvliegtuigen. (1923)

In de beginjaren, toen het werk op radiogebied soms pijnlijk schaars was, werd naarstig naar ander lonend werk gezocht. Omstreeks 1924 ging de NSF ook fietsen produceren, wat later weer afgestoten werd aan de Hilversumse Rijwielfabriek.

"Doch ook de naderende economische crisis deed zich gevoelen: de N.S.F. kreeg met slapte te kampen. Werk van de meest uiteenlopende soort werd aangepakt om de fabriek draaiende te houden. De afdeling houtbewerking maakte ramen en deuren, de bankwerkerij en montageafdeling fabriceerden fietsen. Het was ook in die tijd, dat voor de tot heden enige maal in de geschiedenis van de N.S.F. de arbeidsvrede van bet bedrijf werd verstoord. In deze jaren kwam ook de radio-omroep tot stand Reeds werden telefonieproeven genomen met een militair station. Om echter tot betere resultaten te komen, werd besloten een experimentele zender van 500 Watt te bouwen."

De befaamde Radiovox serie 1923 wint veler hart, dankzij eenvoud van constructie en lage prijs. De ontvanger kon zowel met een enkele detectorbuis als met een detector- en LF-buis worden geleverd. Door de tweetraps laag frequent versterker kon de luisteraar kiezen uit installaties met 1, 2, 3 of 4 buizen.

De uit de N.S.F. omroepserie ontwikkelde scheepsontvanger O34 werd een succes. Dit uit 1923 daterende apparaat werd om zijn vorm al spoedig "de naaimachine" genoemd. Oude telegrafisten spreken met lof over dit toestel.  Deze ontvanger was uitgerust met verwisselbare honingraat spoelen en met name in het begin een Marconi lamp. Latere modellen waren uitgerust met de vroegste Philips buizen en kon er ook een pennenlamp geplaatst worden.

Bij de ontvangtoestellen voor de radio-amateurs hoorde een oplaadinrichting voor accu's. In 1924 werd dit apparaat door de N.S.F. voor Philips ontwikkeld en bij tienduizendtallen vervaardigd. Deze populaire gelijkrichter, bekend als "het theestoofje", werd door zowel Philips als door de N.S.F. op de markt gebracht.

Varta accu met Philips gelijkrichter No.450. Gloeidraadgelijkrichter. Foto uit: Het Radioboek voor den Handel, Amateur en Luisteraar, door Ing. J. Schiere, 1926.

Controlekamer van de Nederlandsche Draadlooze Omroep, Huizen 1927, gebouwd door de N.S.F. Toen door maatregelen van de overheid de Omroep gelijktijdig over twee verschillende golflengten uitzendingen kon gaan verzorgen, richtte de N S.F. een station in voor de NDO (Nederlandsche Draadlooze Omroep). De zender (Huizen: 1875 mtr) werd gebouwd op her terrein nabij de haven, waar nu de radarfabriek gevestigd is.

Nederlands omroepstem reikt - dank zij de P.H.O.H.I. - over de gehele wereld. 1928. Onmiddellijk nadat in her Natuurkundig Laboratorium te Eindhoven succes was behaald met experimentele uitzendingen via een kortegolfzender (PCJJ 1927) rijpte bij dr. A. F. Philips het plan een kortegolfwereldomroep te stichten. Binnen enkele dagen was door de medewerking van velen het benodigde kapitaal bijeen (voornamelijk van bedrijven en instellingen werkzaam in de overzeese gebiedsdelen), zodat de N.V. P.H.0.H.I. (Philips' Omroep Holland Indië) kon worden opgericht. De N SF begon met de bouw van een kortegolfomroepzender. Volgens de constructieve opvattingen van die dagen werden de verschillende trappen in afzonderlijk opgestelde open frames ondergebracht. Tot mei 1940 bleef deze zender, later geassisteerd door een op hetzelfde terrein opgestelde tweede experimentele kortegolfzender PCJJ, in gebruik. De P.H.O.H.I.-zender en de in mei 1940 bijna voltooide nieuwe P.H.O.H.I.-installatie werden opgeblazen; de PCJJ-zender overleefde op wonderlijke wijze alle oorlogstumult en bleef in gebruik tot 1957, toen ook zijn taak werd overgenomen door her nieuwe zendercentrum Lopik. De PCJJ-zender is thans als object van historische betekenis door Philips in bewaring genomen.

Pater Dito luistert mee met de controle in het PHOHI-zendgebouw. De eerste KRO-uitzending op de PHOHI-zender vond plaats op 24 juni 1933

Controlekamer van de PHOHI-zender te Huizen. De kortegolf zender van de Philips Omroep Holland-Indië werd in 1932 in gebruik genomen.

Interieur van het zendergebouwtje van de PCJJ-zender te Huizen. De tweede PCJJ-zender werd in 1937 in Huizen in gebruik genomen. 
Links ziet men een deel van het hoogspanningsschakelbord; midden achter: de controlekamer. Rechts daarvan de onderscheidene voortrappen; geheel rechts de beide afzonderlijke eindtrappen voor respectievelijk de 19 en 31 meter golflengte.

De simpele afdekkap van de uit de vroege jaren dertig daterende communicatie ontvanger H2L/7 verbergt een fraaie spoelenconstructie voor een in tien gebieden onderverdeeld golflengteprogramma, reikend van 15 tot 20.000 meter.

Een werkstuk uit de N.S.F. instrumentmakerij. Continu-variabele zelfinductiespoelen met glijcontacten.

Een werkstuk uit de N.S.F. instrumentmakerij. Variometer met luchtisolatie.

Volgende pagina